De Nederlandse Arbeidsinspectie ook wel bekend als de Arbo-Inspectie is een onafhankelijke overheidsinstantie die toezicht houdt op de naleving van de arbeidsomstandighedenwetgeving en de veiligheid en gezondheid op de werkvloer. De arbo-inspectie, voorheen bekend als Inspectie SZW, heeft als doel om een veilige en gezonde werkomgeving te bevorderen en arbeidsgerelateerde risico’s te verminderen.
Belangrijkste kenmerken:
- Toezicht op arbeidsomstandigheden: De NLA controleert of werkgevers en werknemers voldoen aan de wettelijke voorschriften en verplichtingen op het gebied van arbeidsomstandigheden, zoals veiligheid, gezondheid en welzijn op de werkvloer.
- Inspecties en controles: De inspecteurs van de NLA voeren inspecties en controles uit bij verschillende bedrijven en organisaties om te beoordelen of zij voldoen aan de arbeidsomstandighedenwetgeving. Hierbij wordt gekeken naar onder andere de fysieke werkomgeving, veiligheidsmaatregelen, het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en de naleving van voorschriften.
- Adviseren en handhaven: Naast het toezicht en de controles geeft de Nederlandse Arbeidsinspectie ook advies aan werkgevers en werknemers over het verbeteren van arbeidsomstandigheden en het voorkomen van arbeidsrisico’s. Bij ernstige overtredingen kan de inspectie ook handhavende maatregelen nemen, zoals het opleggen van boetes of het stilleggen van werkzaamheden.
- Samenwerking: De Nederlandse Arbeidsinspectie werkt samen met andere instanties en stakeholders, zoals vakbonden, brancheorganisaties en arbodiensten, om de arbeidsomstandigheden te verbeteren en kennis te delen.
De Nederlandse Arbeidsinspectie speelt een cruciale rol bij het waarborgen van veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Door middel van inspecties, controles en handhaving zorgen zij ervoor dat werkgevers en werknemers zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheden en maatregelen nemen om risico’s te beheersen en de veiligheid en gezondheid op de werkvloer te bevorderen.
De Nederlandse Arbeidsinspectie en controle op intern ongewenst gedrag
Een van de risico’s waar de Arbeidsinspectie op controleert is het risico intern ongewenst gedrag. Onder dit risico wordt ongewenst gedrag (intimidatie, pesten, agressie en discriminatie) verstaan tussen werknemers, tussen leidinggevenden en werknemers of zelfs leidinggevenden onderling. Het gaat hierbij dus niet om extern ongewenst gedrag door derden als patiënten, klanten of cliënten. De Arbeidsinspectie inspecteert op het risico intern ongewenst gedrag door te kijken naar de cyclische aanpak van een organisatie: inventariseren, maatregelen opstellen en implementeren en evalueren, zie hieronder voor deze cyclus.
De cyclische aanpak van de Nederlandse Arbeidsinspectie
Wat controleert de Nederlandse Arbeidsinspectie?
De Arbeidsinspectie onderzoekt en controleert bij intern ongewenst gedrag of jij als werkgever voldoende maatregelen neemt om de risico’s van ongewenst gedrag tegen te gaan. Tijdens de inspectie wordt gecontroleerd op aanwezigheid van de volgende zaken:
- Een actuele RI&E waarin ook de PSA-risico’s zijn opgenomen met betrekking tot intern ongewenst gedrag;
- Een Plan van Aanpak om de genoemde risico’s in de RI&E in te perken met betrekking tot intern ongewenst gedrag;
- Een gedragscode met goede gedragsregels waaraan medewerkers zich moeten houden en die actief wordt uitgedragen;
- Een informele én formele klachtenprocedure of -structuur zodat medewerkers weten waar zij terecht kunnen;
- Een onafhankelijk bekwaam en bevoegd vertrouwenspersoon;
- Plaatsvinden van voorlichting en advies aan medewerkers en leidinggevenden door middel van bijvoorbeeld training;
- Evaluatie van het gevoerde PSA-beleid.
De Arbeidsinspectie en de controle op voorlichting en aanwezigheid van een vertrouwenspersoon
Leidinggevenden en vertrouwenspersonen hebben een belangrijke functie om ongewenste omgangsvormen (preventief) tegen te gaan. Leidinggevenden hebben een voorbeeldfunctie en een signalerende taak. Het is daarom belangrijk om leidinggevenden voorlichting en training te geven over hun rol en verantwoordelijkheden met betrekking tot het tegengaan van ongewenste omgangsvormen. Leidinggevenden en vertrouwenspersonen kunnen daarbij een belangrijk onderdeel vormen van de informele klachtenprocedure. Omdat leidinggevenden soms onderdeel zijn van het probleem van de melder, is het belangrijk om in de informele klachtenprocedure naast een leidinggevende, ook een vertrouwenspersoon op te nemen. Doordat de vertrouwenspersoon partijdig is (deze persoon staat immers de melder bij), kan de vertrouwenspersoon geen onderdeel zijn van de formele klachtenprocedure. Op bovengenoemde zaken controleert de Arbeidsinspectie.
De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft aangekondigd het toezicht te verhogen op PSA-preventie door werkgevers
De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft in hun meerjarenplan 2023-2026 aangekondigd het toezicht op PSA-preventie, waaronder het tegengaan van intern ongewenst gedrag, te verhogen. Dit doet de arbo-inspectie door sectoren langjarig te volgen en maatregelen te evalueren die zij hebben genomen. Als werkgever is het dus van belang om actief en actueel PSA-beleid te voeren en dit regelmatig te actualiseren en evalueren. Hierbij is het tevens van belang om goed te kijken naar de risico’s van intern ongewenst gedrag en hoe dit kan worden tegengegaan.
Wat doet de arbeidsinspectie in geval van niet naleven van de Arbowet?
De Arbeidsinspectie hanteert een aantal instrumenten als de RI&E en een Plan van Aanpak om te controleren of organisaties de Arbowet voldoende naleven. Als werkgever is het belangrijk om bovengenoemde zeven tools en interventies in te zetten om de arbeidsrisico’s met betrekking tot intern ongewenst gedrag in te perken. Mocht een organisatie hier niet aan voldoen loopt deze het risico om in eerste instantie een waarschuwing of eis tot naleving te ontvangen, dan wel een boete te krijgen.